Duiding

Sanne de Bruin, vrijdag 13 april 2018

De moderne ethiek leert ons dat uit feiten nooit direct een moreel oordeel kan volgen. Het oordeel volgt uit de combinatie van feiten met zogenaamde normatieve waarden; normen en/of waarden die ons vertellen wat we goed vinden, of wat normaal is. Dat is de reden dat journalisten duiding geven aan het nieuws: wat betekenen deze feiten? Is dit goed of slecht?

Al een aantal jaar valt me op dat de duiding van grote mediabedrijven zoals de NOS of de kranten erg gemakzuchtig is en geen échte duiding geeft. Zo was laatst de afsluitende zin van de NOS in een segment over afstervend koraal in het achtuurjournaal: “Wetenschappers zeggen dat de enige oplossing is om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad te houden”. En door naar het volgende item. Terwijl in mijn hoofd alle alarmbellen afgaan: dat betekent dus dat het koraal gewoon ten dode opgeschreven is en niet meer terugkomt! Anderhalve graad, daar zitten we nú al bijna aan. De NOS presenteert dit nieuwsfeit als een probleem met een oplossing, terwijl het eigenlijk een grafschrift is. R.I.P. koraal, misschien doen we in de toekomst beter ons best.

Wat ik me wel eens afvraag – ik denk dat het antwoord ja is – is of de NOS ook dit soort duidingshiaten heeft als het gaat om onderwerpen waar ik minder vanaf weet. Maar dat even terzijde.

Deze week publiceerde het CBS een onderzoek in het kader van de Circulaire Economie (in opdracht van de overheid). Hun eigen titel was in de juiste stemming, nl. “Via recycling 9 procent van materialen weer in economie”. Zeer feitelijk, maar iedereen voelt wel aan dat 9% ver weg ligt van 100% en dat dit dus niet echt een jubelresultaat is. De NOS wijdde er een artikel aan met een heel andere gevoelswaarde, namelijk “Nederlander gebruikt weinig grondstoffen en er wordt volop gerecycled”.

Ik werd meteen getriggerd door het woord “weinig”. Dit is duiding; de hoeveelheid wordt zelfs niet genoemd, alleen het oordeel. Als ik echter de gegevens bekijk ben ik het helemaal niet eens met die duiding: in de Nederlandse economie wordt ieder jaar 146 miljard kg materiaal gebruikt voor goederen, plus nog eens 75 voor energetisch gebruik (=fossiele brandstoffen). Totaal is dat 221 miljard kg ofwel 13.000 kg per persoon per jaar, uitgaande van 17 miljoen Nederlanders. Dertienduizend kilo. Per persoon. Per jaar. Ik vind dat gruwelijk veel.

Het is weinig vergeleken met sommige andere Europese landen, dat is waar de NOS over bericht. Maar als je kijkt in de verklaring die het CBS geeft voor die cijfers, zien we dat dat nou niet bepaald aan ons gedrag ligt.

“De consumptie van mineralen per hoofd van de bevolking is laag omdat Nederland een dichtbevolkt land is. Hierdoor kan de infrastructuur, waar veel minerale grondstoffen voor nodig zijn, efficiënt worden gebruikt. De consumptie van fossiele-energiedragers is wel relatief hoog in Nederland. Dit komt onder andere doordat Nederland weinig hernieuwbare energie opwekt met windmolens en zonnepanelen.”

Oftewel, werk aan de winkel. De conclusie van het CBS is dan ook sober, duidelijke subkop: “Recycling is onvoldoende om in vraag naar materialen te voorzien”. We recyclen al best goed, dat had de NOS wel opgepikt, maar aanvullende strategieën zijn nodig om tot een circulaire economie te komen, namelijk “efficiënter gebruik van materialen, het verbeteren van producten zodat ze langer meegaan en substitutie van materialen, bijvoorbeeld door plastic te maken van biomassa in plaats van aardolie.” Eigenlijk lees ik drie keer: materiaalverbruik verminderen. De enige manier om tot een circulaire economie te komen is door minder materiaal te gebruiken.

Bij de NOS hoor je niks van dat al. Laatste alinea:

“In het grondstoffenverbruik per inwoner scoort Nederland juist heel laag, (drie na laagste plaats). “Stel: Nederland bouwt de gaswinning af en vermindert de in- en uitvoer van fossiele energiedragers en gaat ook meer zon en wind gebruiken, dan rolt Nederland er al snel uit als het beste jongetje van de klas, als het gaat om materiaalverbruik”, stelt Pierik.”

Geen vuiltje aan de lucht, gaat u lekker slapen. De nadruk ligt in dit artikel op een paar positieve bijzaken die weinig te maken hebben met waar dit onderzoek eigenlijk over ging: niet onze relatieve positie in Europa wat betreft materiaalgebruik, niet het percentage recycling, maar hoe ver we nu nog afstaan van een circulaire economie. Het CBS roept hiervoor op tot actie, maar dat haalt het nieuwsartikeltje niet.

Ohja, en dan sluiten we nog af, zoals zo vaak, met een feitelijk statement over de context. Let er maar eens op, elk NOS artikel sluit af met een feitelijkheid over de context, soms zo lullig dat je denkt, “waarom schrijf je dit überhaupt nog op?”. Deze keer valt het mee: “Het kabinet heeft zichzelf ten doel gesteld om de Nederlandse economie uiterlijk in 2050 circulair te krijgen.” Het bericht bevat verder bijna geen andere verwijzing naar dit doel.

Op mij komt de NOS door dit soort dingen vaak nogal onnozel over. Nu is dat niet zo’n gevaar, zou je zeggen. Maar ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat dit wél gevaarlijk is. Mensen lezen niet het onderzoek van het CBS; mensen krijgen het makkelijk te verteren NOS-artikeltje mee, als ze verveeld op de app kijken of het journaal kijken. Daarvan krijgen ze het gevoel dat het allemaal wel goed gaat. Terwijl het CBS eigenlijk heel andere dingen zegt: er moet aanvullend beleid komen en we moeten ons materiaalverbruik verminderen.

Dit soort dissonantie zorgt ervoor dat de politiek en het gekozen beleid niet aansluit bij de belevingswereld van de burger. Als daadwerkelijk beleid gemaakt wordt om dichter tot een circulaire economie te komen, dan zullen mensen dat op basis van de berichtgeving niet kunnen begrijpen. We deden het toch goed? Bijna het beste jongetje van de klas? Ik vind het niet vreemd dat mensen dan steeds minder begrip krijgen voor de regels van de overheid. Dat komt ten dele omdat het beeld wat ze voorgeschoteld krijgen door onder andere de NOS gewoon niet de juiste zaken belicht.

Goede duiding is zó belangrijk, voor de samenhang van een samenleving, voor het kunnen functioneren van de democratie. Maar het lijkt erop dat dat helemaal niet de missie is van onze nieuwsbronnen. Sinds de nieuwe topman is de missie van de NOS namelijk “verhalen vertellen”. Uit de inleiding voor vacatures:

“We proberen continu de hoogste kwaliteit te leveren door relevante en goed vertelde verhalen te brengen.”

“De NOS is de grootste journalistieke organisatie van Nederland en staat voor veel mensen symbool voor betrouwbaarheid. Dit vertrouwen willen we elke dag weer waarmaken en daar werken ruim 700 mensen keihard aan.”

Een goed verteld verhaal kan meerdere dingen zijn: een sprookje of een goede analyse van de betekenis van bepaalde nieuwsfeiten. Voor het effectief kunnen aanpakken van het klimaatprobleem is het van groot belang dat het nieuws het laatste nastreeft.


Hypocrisie

Sanne de Bruin, zondag 26 november 2017

In de discussie over de opening van vliegveld Lelystad komt vaak deze sneer voorbij: “Oh, deze protesteerders gaan zeker zelf nooit met het vliegtuig!”. Hoewel er mensen zijn die uit principe niet vliegen, zoals ikzelf, zal het inderdaad zo zijn dat veel van de tegenstanders zelf ook wel eens in een vliegtuig zitten (of hebben gezeten).

Bovengenoemde opmerking is bedoeld om het protest te delegitimiseren. Men vindt het hypocriet: je mag niet protesteren als je er zelf gebruik van maakt. Zo zou je ook niet mogen protesteren tegen een snelweg in een natuurgebied als je zelf autorijdt, of protesteren tegen megastallen als je zelf vlees eet.

De echte hypocrisie zit hem er echter in dat mensen die deze sneer maken, ermee willen zeggen dat mensen die idealen hebben puurder dan puur moeten zijn. Anders mogen ze dat ideaal niet uitdragen. Alsof de grootste morele fout hier is dat mensen zich niet altijd houden aan hun idealen, in plaats van dat er mensen zijn die gewoon geen idealen hebben het niet eens proberen. Het is een vorm van “what-about-ism”, en bovendien een ad hominem (specifieke vorm: de ‘jij-bak’). Dit zou betekenen dat niemand ooit een idealistische verbetering mag voorstellen: in een globalistische wereld als de onze is het heel moeilijk om 100% volgens je idealen te leven. De enige manier om dat te doen is je terugtrekken in een hutje op de hei.

Ja, ik vind wel dat je als persoon alles zou moeten doen wat je kunt doen. En “wat je kunt” gaat wat mij betreft wat verder dan hoe veel mensen het opvatten. Je kunt namelijk prima overleven zonder vlees, zonder vliegen, en met minimaal autogebruik. Het kost je alleen tijd en energie. Echter, het hebben van idealen gaat niet over jou als individu. Het gaat over hoe wij vinden dat de wereld eruit zou moeten zien; hoe wij ons collectief zouden moeten gedragen.

Er is daarom niets onoverkomelijk hypocriets aan als jij af en toe vliegt, maar toch vindt dat het totaal aan vluchten naar beneden moet vanwege (bijvoorbeeld) klimaatverandering. Bedenk maar: ik kan in mijn eentje het totaal aantal vluchten maar heel weinig naar beneden bijstellen; ik kan niet een negatief aantal vluchten per jaar maken. Wat we collectief afspreken heeft veel meer impact dan mijn individuele gedrag. Bovendien is het toegestaan om je leven te beteren: misschien heb je ooit veel gevlogen, maar zie je nu in dat het anders moet. Dat is niet hypocriet, dat is voortschrijdend inzicht.


zaterdag 22 april 2017
March for Science

Vandaag is op veel plaatsen een ‘March for Science’. Ik zal er zelf niet te veel woorden aan vuilmaken omdat iemand anders dat al heeft gedaan. Bart Verheggen van het blog ‘Klimaatverandering’ geeft mooi verwoord aan wat de waarde van wetenschap is.

Wetenschap en rationaliteit heeft ons veel goeds gebracht. Feiten en een goed begrip van de situatie zijn belangrijke input om verstandige beslissingen te nemen. Wetenschappers moeten in vrijheid hun werk kunnen doen en daarin niet beperkt worden door politieke druk. Science is not just another opinion.

In zijn stuk over de March for Science ook een link naar een kort en krachtig filmpje van Neil deGrasse Tyson over dit onderwerp.

Mijn voornemen en advies in deze tijd van alternative facts: laat je in gesprek met mensen niet verleiden om op emotie te spelen of in drogredenen te praten. Ook niet wanneer zij dat wel doen. Blijf feitelijk, blijf herhalen. Als we in anekdotes gaan praten verliest de wetenschap het sowieso, want wetenschap is niet gestoeld op anekdotisch bewijs. Hoewel we tegen een muur praten, lijkt me dit de enige manier om de wetenschappelijke ‘mening’ op de juiste manier onder de aandacht te blijven brengen.


Moeten de kolencentrales openblijven om de gaswinning in Groningen te kunnen verminderen?

Sanne de Bruin, zondag 12 maart 2017

Ik hoor regelmatig dit argument tegen het sluiten van de kolencentrales: we kunnen de kolencentrales niet sluiten, want dan zullen de gascentrales meer stroom moeten produceren, terwijl we juist de gaswinning in Groningen willen verminderen.

Vaak komt de discussie dan terecht in de afweging wat belangrijker is: de aardbevingen in Groningen stoppen of de CO2-uitstoot terugdringen. Wat we eerst zouden moeten doen is onderzoeken of de onderdelen van de stelling eigenlijk wel kloppen.

Het eerste deel van de stelling is dat we, als we de kolencentrales sluiten, meer elektriciteit zullen gaan produceren met gascentrales. Dit is een aanname. Er worden bijvoorbeeld ook nieuwe windparken op zee gerealiseerd. In vermogen ligt de verhouding zo: de overgebleven kolencentrales vertegenwoordigen samen iets meer dan 7,3 gigawatt vermogen. Een deel van de kolencentrales is overcapaciteit; deze stroom wordt geëxporteerd. In de jaren van 2015 tot 2023 wordt er 4,2 gigawatt nieuw vermogen uit windenergie op zee gerealiseerd, volgens de Structuurvisie van minister Kamp. Dit zou een groot deel van de kolenstroom kunnen vervangen. Gezien het feit dat windenergie niet vraaggestuurd werkt, zal het wel waarschijnlijk zijn dat het sluiten van de kolencentrales deels opgevangen zal worden door gascentrales.

Dan het tweede deel van de stelling: namelijk dat gascentrales draaien op Gronings gas, wat zorgt voor aardbevingen. Er zijn twee parameters waar rekening gehouden mee moet worden:

Er zijn in Nederland twee gasnetten: er is het laagcalorisch net en het hoogcalorisch net. Het laagcalorisch net is het gasnet wat we allemaal kennen, hier zijn onze CV’s op aangesloten en ook een deel van de industriële opwekking, met name WKK’s 1. Het hoogcalorisch net bedient met name de industrie en de grote gascentrales voor elektriciteitsopwekking.

Het eerste goede nieuws is dat de elektriciteitsopwekking met name gebruikmaakt van hoogcalorisch gas. Volgens vraag 19 van deze uitgebreide beantwoording van Kamervragen door minister Kamp is in de jaren 2012 tot en met 2015 1,6 miljard m3 laagcalorisch gas gebruikt voor de elektriciteitsopwekking. Het totaal gasverbruik voor de elektriciteitsopwekking is volgens het CBS 7,1 miljard m3 in 2016 2. Het is dus gangbaar om hoogcalorisch gas te gebruiken in gascentrales: dit is nu ook voor de meerderheid van de centrales het geval. Dit heeft minister Kamp ook bevestigd in de eerder genoemde Kamervragen begin 2016 (vraag 55).

De vraag is dan waar dit hoogcalorisch gas vandaan komt. Het “Groningse gas” uit het grote gasveld in Slochteren is laagcalorisch gas. De gaswinning uit dit gasveld heeft dus weinig te maken met de elektriciteitsproductie. Hoogcalorisch gas kan gewonnen worden uit kleine velden op land en op zee, maar wordt ook geïmporteerd. Als het hoogcalorisch gas met name gewonnen zou worden uit de kleine velden op land, zou dit misschien ook kunnen leiden tot aardbevingen in ons land.

Volgens het CBS hebben we in 2016 ongeveer 40 miljard m3 gas gebruikt, inclusief elektriciteitsproductie. We hebben dat jaar 47 miljard m3 gewonnen uit eigen bodem, waarvan ongeveer 27 miljard m3 uit Slochteren en 20 miljard m3 uit de kleine velden. Daarnaast is er 38 miljard m3 ingevoerd, van het totaal is dan weer 52 miljard m3 uitgevoerd. Bij het zien van deze getallen vraag je je misschien af waarom we überhaupt nog zelf gas winnen, als we ook zoveel importeren en exporteren. Los van de gasbaten voor de overheid, is het zo dat onze CV-installaties en kooktoestellen gemaakt zijn voor laagcalorisch gas: deze werken niet goed met hoogcalorisch gas (dit geldt overigens ook voor België). Dit gegeven is wat het moeilijk maakt de winning te verminderen 3.

Elektriciteitscentrales hebben dus vrijwel niets te maken met de winning van zogenaamd ‘Gronings gas’, en het hernieuwd gebruik van gascentrales zou ook geen belemmering zijn om de gaswinning in Groningen te verminderen. Dit is dan ook geen argument tegen het sluiten van de kolencentrales. De nuance hier is dat ook het invoeren van gas nadelen heeft, denk bijvoorbeeld aan afhankelijkheid van Rusland. Het gebruik van gascentrales in plaats van kolencentrales betekent op de korte termijn een halvering van de CO2-uitstoot 4, maar moet wel gezien worden als een overgangsmaatregel in de transitie naar duurzame energie, niet als eindoplossing.


  1. Warmtekrachtkoppeling, gecombineerde elektriciteits- en warmteopwekking. Deze installaties worden bijvoorbeeld veel gebruikt in ziekenhuizen. ↩︎
  2. Het is mij niet helemaal duidelijk of deze 7,1 miljard inclusief die 1,6 miljard gezien moet worden. Het CBS maakt geen onderscheid tussen hoogcalorisch of laagcalorisch, alleen tussen het ‘hoofdtransportnet’ en ‘regionale netten’. Ik weet niet zeker of dit synoniem is voor respectievelijk hoogcalorisch en laagcalorisch, maar het lijkt me niet geheel overlappend. De 7,1 miljard m3 voor elektriciteitsproductie staat bij het CBS vermeld als verbruik via het hoofdtransportnet. Het zou best zo kunnen zijn dat het laagcalorisch gas dat genoemd is in de antwoorden op Kamervragen allemaal verbruikt wordt in WKK’s, die over het algemeen decentraal staan opgesteld en waarschijnlijk zijn aangesloten op het regionale net. ↩︎
  3. Er wordt al wel geminderd. Dit wordt aangevuld met hoogcalorisch gas, wat eerst vermengd wordt met stikstof om dezelfde samenstelling te krijgen als Gronings gas, zogenaamd pseudo-Gronings gas. Dit kost echter ook energie, voor de stikstofproductie. Op een gegeven moment is het wellicht logischer om alle verbrandingstoestellen om te bouwen naar hoogcalorisch gas, met andere branders. Dit is ook al aan de orde gekomen in de eerder genoemde Kamervragen begin 2016. Nog beter zou het natuurlijk zijn om direct helemaal van het aardgas af te gaan. ↩︎
  4. Een gascentrale stoot gemiddeld 360 gram CO2 per kWh uit, een nieuwe “schone” kolencentrale 743. Zie bijvoorbeeld deze factsheet van Greenpeace. ↩︎

NOS, geef klimaatverandering een prominente rol in het debat

Sanne de Bruin, zaterdag 4 maart 2017

Beste NOS,

Een oproep van mij als bezorgde burger van 27 jaar. In de debatten tot nu toe is er werkelijk nul aandacht geweest voor milieu of klimaat. Alle nieuws-outlets praten elkaar na, dat het belangrijkste thema in de verkiezingen “onze identiteit” is. Mijns inziens hebben de media een grote rol in het bepalen wat het belangrijkste thema in de verkiezingen is. Pechtold noemde het in De Wereld Draait Door al een grote luxe, als we zo weinig problemen hebben dat we over onze identiteit kunnen keuvelen.

Klimaatverandering is een van de grootste problemen van onze tijd. Dat zeggen niet alleen de milieuorganisaties, maar ook een partij als het ministerie van Defensie, wat nou niet bepaald bomenknuffelaars zijn. Jongeren vinden dit een heel belangrijk thema, maar zien de verschillen tussen de partijen nauwelijks, terwijl die levensgroot zijn. Alle partijen (behalve de PVV) zeggen het belangrijk te vinden, maar dat is niet hetzelfde als er iets aan doen. De VVD schrapt klimaatverandering uit het verkiezingsprogramma. Onder de kabinetten Balkenende (CDA) en Rutte (VVD) zijn we in Europa het slechtste jongetje in de klas geworden wat betreft duurzame energie. SDE+ subsidie wordt vergeven op basis van prijs, waardoor biomassa in kolencentrales (een slecht idee) een immens deel van de beschikbare subsidie opslokt zonder duurzaam (langdurig) resultaat voor deze belangrijke transitie. Ondertussen wordt gesust dat het allemaal wel meevalt en dat we het supergoed doen, wat gewoon aantoonbaar onwaar is. PvdA en SP zijn te lang stil geweest over klimaatverandering, en de enige partijen die hier echt wat mee willen zijn tot nu toe als extreem gezien en vooral te klein om invloed te hebben (ChristenUnie, GroenLinks, Partij voor de Dieren).

In 1994 en 1998 opende u de debatten met de cruciale vraag over de keuzes tussen milieu en economie. Vanaf Pim Fortuyn gaat het opeens alleen nog maar over integratie, de geloofwaardigheid van de politiek, enzovoort. We praten hier nu al 15 jaar over, in de hoop dat de boze burger minder boos wordt. How’s that working? Er wordt niet te weinig geluisterd, er wordt teveel geluisterd: naar de angst, in plaats van onderliggende problemen, waardoor er uiteindelijk niks verandert. Immigratie is het probleem? In de komende decennia zal immigratie door klimaatverandering alleen maar toenemen, omdat er conflicten op zullen treden door voedselschaarste. Precies de reden waarom ons ministerie van Defensie zich zorgen maakt.

De vragen waarmee u het debat opende in ‘94 en ‘98 zijn niet minder relevant geworden, in tegendeel. Het is verhelderend om dit terug te kijken, want het is nog steeds actueel. Er is weinig gebeurd in de tussentijd (twintig jaar!) omdat we afgeleid zijn geraakt. Aan u mijn dringende oproep om het debat weer te focussen op de echte problemen, waaronder klimaatverandering. Er valt op dit onderwerp echt iets te kiezen, en een debat kan de partijen dwingen eerlijk te zijn over hun prioriteiten. Als publieke omroep heeft u niet alleen de taak om verslag te doen van wat de mensen bezig houdt, maar ook om het publieke debat te vormen vanuit een objectieve positie. Als u dat niet doet, praten we over datgene wat de hardst-schreeuwende politicus wil. Dat leidt niet tot geïnformeerde burgers en is niet in het belang van de democratie.

Met vriendelijke groeten,
Sanne de Bruin


maandag 27 februari 2017
The Uncertainty Has Settled

Een vrij recente film die de klimaatwetenschap in twijfel trekt:

But the green ideology raise questions. … the scientific topic about climate change has now become incontrovertible world politics. Poels is facing a personal conflict. Are we doing the right thing?

Poels vindt het vervelend om te zien dat de landbouwsector sterk verandert door nieuwe milieu- en klimaatwetgeving. Het interne conflict dat hij krijgt zet hem ertoe aan om op zoek te gaan naar uitwegen.

Uit een recensie:

Want ook al is de wetenschappelijke gemeenschap het voornamelijk eens dat we als mensen verantwoordelijk zijn voor de stijging van de temperatuur, spreekt hij ook met anderen die ervan overtuigd zijn dat daar niets van waar is. En naarmate Poels meer mensen spreekt ontstaat bij hem een twijfel. De argumenten die hij hoort klinken regelmatig overtuigend waardoor je als kijker het misschien ook niet zo zeker meer weet. Want als we als mensen niet verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde, verspillen we dan niet enorm veel geld dat beter aan andere zaken kan worden besteed?

Alweer lijken we de wetenschap als “ook maar een mening” te zien, en gaan we op zoek naar meningen van mensen die er veel minder van weten. De argumenten die zij maken klinken natuurlijk aantrekkelijk: het valt allemaal wel mee, we verspillen geld aan al deze acties zonder dat het zin heeft. Want opeens hebben we een probleem te pakken dat we op kunnen lossen door ons eigen leven weer luxer te maken. Door meer toe te geven aan onze menselijke behoeftes.

Het lijkt erop dat er een beweging ontstaat die vindt dat je “durft” en “intelligent” bent als je je afzet tegen de gevestigde klimaatwetenschap. Ironisch genoeg kiezen ze vaak voorbeelden als Galileo en (zoals deze recensent doet) Ignaz Semmelweis, een van de grondleggers van de wetenschappelijke methode. Dezelfde methode waarmee we ontdekt hebben dat de mens via CO2-uitstoot een ontwrichtende invloed op het klimaat heeft.

De wetenschappers volgen een wetenschappelijke methode die vooral één doel heeft: doe alles wat je kunt om jezelf niet voor de gek te houden. Dat wil zeggen dat je je moet verzetten tegen zo veel menselijke neigingen: het zwaarder laten wegen van anekdotisch bewijs versus systematisch bewijs, het zwaarder laten wegen van argumenten die aansluiten bij wat je gelooft, het zwaarder laten wegen van zaken die je direct ziet en dichtbij je gebeuren. Het is een geweldige prestatie dat wetenschappers met zulke zekerheid hebben weten vast te stellen dat mensen de klimaatverandering veroorzaken.

De context van deze documentaire laat bij iedere wetenschapper de alarmbellen afgaan. Poels laat zich namelijk volledig inpakken door zijn menselijke neigingen: hij laat zich beïnvloeden door emotionele zaken in zijn directe omgeving, constateert een intern conflict wat hem voor een dilemma stelt, en in plaats van de wetenschap te accepteren zoekt hij naar een manier om het conflict op te lossen zodat zijn directe omgeving recht aangedaan wordt. Hij zoekt dan naar anekdotisch “bewijs”, naar andere meningen die beter aansluiten bij wat hij hoopt dat waar is, en komt tot de conclusie dat we zelf niet veel anders hoeven te doen dan we al deden. Een schoolvoorbeeld van het falen van de menselijke intuïtie.

Wetenschappers zijn geen antagonisten die je proberen vanalles “op te leggen”. Ze ontdekken hoe het juist al die tijd al zat.


Rijden met een elektrische auto

Sanne de Bruin, vrijdag 3 februari 2017

Deze keer een wat meer persoonlijk blogbericht, om mijn ervaringen met jullie te delen. Sinds een paar maanden heb ik een volledig elektrische auto voor mijn woon-werkverkeer 1. Voorheen ging ik met het OV, maar het was een reis met veel overstappen en wachttijd. Dit begon me op te breken, maar uit milieu-oogpunt wilde ik niet met de auto naar mijn werk, en zeker niet als een vast gegeven elke dag.

Nu heb ik dus de elektrische auto. Het scheelt me een goed uur aan reistijd iedere werkdag, en het is veel comfortabeler dan de OV-rit. Voor mij is het de beste beslissing van het afgelopen jaar, ondanks alle bekende turn-offs van elektrische auto’s: beperkte actieradius, altijd zoeken naar de laadpaal, lange routes plannen via snelladers, kabels en kabels en pasjes en apps, och wat is het allemaal moeilijk..!

Voor mij is het een ontzettende vrijheid dat ik, naast het OV, nu nog een milieuvriendelijk vervoermiddel heb. Het is goed voor mijn gezondheid dat ik mezelf nu zoveel comfortabeler naar mijn werk kan bewegen, en het voelt goed om hierin een pionier te zijn. Het spoor in Nederland is overvol en vervoert alsnog maar een fractie van het woon-werkverkeer: om als land echt klimaatverandering tegen te gaan kunnen we dus niet iedereen de trein in willen hebben. De ontwikkeling van elektrisch vervoer en bijbehorende infrastructuur is daarom iets waar ik graag aan mee doe.

Lost dit nu al mijn milieubezwaren op en ga ik nu vrolijk overal naartoe met de auto? Niet helemaal.

Een auto verbruikt namelijk heel veel energie, elektrisch of niet. Het is bijna niet mogelijk om met windparken en zonnepanelen in de energiebehoefte van Nederland te (gaan) voorzien. Dit betekent dat je je nog steeds moet afvragen of je het gerechtvaardigd vindt om voor een bepaalde reis de auto te pakken. Ook kun je je afvragen of de reis die je je voorneemt überhaupt gemaakt zou moeten worden. Een vermindering van de kilometers die we afleggen in gemotoriseerde voertuigen is helemaal geen gek idee.


Daarnaast geldt dat er veel te veel auto’s zijn in de publieke ruimte, met name in de stad, en omdat ze steeds groter worden nemen ze ook steeds meer ruimte in. Je ziet dit heel goed in oudere wijken 2. Voor veel ritjes in de stad is een fiets een veel beter alternatief dan de auto.

Dus hoe ga ik hier nu mee om? Er zijn drie (of eigenlijk vier) maatstaven die ik gebruik om te bepalen of ik met mijn elektrische auto een ritje ga maken, of met een ander vervoersmiddel.


De eerste is de afstand. Alles wat binnen een straal van 5 tot 10 km van mijn huis is, doe ik met de fiets, zeker als de eindbestemming in bebouwd gebied ligt. Ik doe dit door weer en wind, (meestal) zonder chagrijn. Het is heel gezond om juist dit soort ritjes lekker met de fiets te doen. Je houdt je conditie op peil en voelt je fitter als je iedere dag wat beweegt. En wat betreft die regen: het regent bijna nooit. Als het wel regent, heb je veel aan een goed regenpak. Het voelt heel goed om dit nog steeds zo te doen: overdadig comfort is nergens voor nodig en is uiteindelijk ook niet gezond voor je. En korte ritjes met de auto afleggen is wat mij betreft óverduidelijk overdadig comfort.

Moet ik iets meenemen? Als dat zo is, en het past niet in mijn fietstas / rugtas, dan zal ik helaas ook op de korte afstand even met de auto moeten gaan. Maar je zult verbaasd zijn wat je meekrijgt op de fiets. Boodschappen voor de héle week passen ruim in twee fietstassen en een rugtas. Het gaat met name om de grotere (lompere) dingen, zoals een grote doos met spullen van jou, die nog bij je ouders staat en waarvan ze toch wel eens willen dat je die meeneemt. Met andere woorden: dit is sporadisch.

Op de langere afstand wordt de overweging: heb ik de tijd? Een reis met het OV duurt doorgaans twee keer zo lang als met de auto 3. In principe zou je dus altijd de auto nemen, ‘want je bent toch gek als je zo lang gaat reizen als het niet hoeft’. Maar als je de tijd hebt, waarom zou je dan niet met het OV gaan? In de trein kun je nog eens een goed boek lezen. Het heeft een hele andere feeling dan de auto, op het moment dat het niet uitmaakt of je je aansluiting wel of niet haalt. Een lange autorit is dodelijk saai omdat je niks anders kunt doen. Zo zijn we het rondje familie (500 km!) met de Kerst met het OV geweest, en ondanks de lange reistijd was dat eigenlijk heerlijk. En in het kader van zuinig omgaan met energie is het OV nog altijd beter dan die 500 km afleggen met mijn elektrische auto.

Dat zijn de drie overwegingen. Als er dan uitkomt dat ik het ritje met de auto zou gaan afleggen, komt nog de moeilijkste vraag: is het nodig dat ik dit ga doen? Dit is een hele lastige. Als het alleen maar gaat om jezelf (wil ik echt zo graag naar die excursie), dan is het nog relatief simpel. Als het gaat om andere mensen (mijn zusje wil dat ik vaker langskom), dan wordt het ingewikkelder. Vooralsnog maak ik eigenlijk vrij weinig ritten, dus is deze overweging nog niet zo sterk aanwezig. Je hebt simpelweg te weinig tijd om bij iedereen langs te gaan. Maar op de achtergrond speelt dit wel. En dus zullen er best momenten zijn waarop ik besluit dat het eigenlijk ‘minder nodig’ is, en dat als ik toch wil gaan, dat alleen mag als ik met het OV ga. Dat heeft te maken met een bepaald calvinisme: als je dat dan tóch wilt, dan moet je ook maar die extra moeite doen voor dat doel.

Als idealist vind ik het belangrijk om dingen om de juiste redenen te doen, ook met de elektrische auto. Dat is dus niet echt veranderd. Er zijn twee dingen die wel echt een verandering zijn geweest in mijn leven. De eerste is natuurlijk mijn woon-werkverkeer. Het tweede heeft te maken met onze ‘kwaliteit van leven’. We houden allebei veel van de natuur, maar als je eens ergens een lange wandeling wilt maken, dan is dat vaak niet zo goed bereikbaar met het OV. Voorheen deden we dit dus eigenlijk heel weinig, omdat het gewoonweg teveel moeite kostte om het zonder milieubelasting te doen. En zeg nou zelf: in de mooie natuur gaan wandelen, maar dan wel met een vervuilende auto gaan, dat klopt gewoon niet. Nu kunnen we de elektrische auto pakken en dit soort uitjes wat vaker doen. Want als je je zo druk maakt over de natuur en wat wij mensen allemaal kapot lijken te maken, dan moet je toch ten minste af en toe kunnen genieten van al het moois wat er nog is.


  1. Voor de liefhebber: een Volkswagen e-Up! Ik ben heel tevreden met deze auto. Het is de zuinigste elektrische auto die nu op de markt is, en hij is heel compact maar praktisch ingedeeld. Echt perfect. ↩︎
  2. Naar moderne maatstaven zijn hier te weinig parkeervakken, die ook nog eens te krap zijn voor onze moderne sleeën. Voor mij ziet het er haast komisch uit, al die veel te lompe auto’s. Ik denk dan meteen: er is iets mis met het ontwerp van die auto’s, niet met de ruimtelijke indeling! ↩︎
  3. Met de elektrische auto scheelt het op de langere afstand iets minder ten opzichte van het OV: als we bijvoorbeeld naar mijn schoonouders in Zuid-Limburg gaan moeten we twee keer langs de snellader, waardoor de reis met de auto nog maar 25% sneller is dan het OV. ↩︎

maandag 30 januari 2017
FluxEnergie

De beste website voor een dagelijkse samenvatting van actueel energiegerelateerd nieuws. Oorspronkelijk was dat een van de doelen die we met deze website ook hadden, maar zij doen het beter dan wij zouden kunnen.

Hun dagelijkse e-mail is ook van harte aan te bevelen.


Redelijkheid

Stan Janssen, zondag 29 januari 2017

Afstanden korter dan 10 kilometer altijd op de fiets afleggen. Minstens 5 dagen per week geen vlees eten. In de winter de verwarming niet hoger dan 18 ºC zetten en een warme trui dragen. Met de fiets of het OV naar je werk, ook al duurt dat langer en is dat duurder en minder comfortabel dan met de auto. Binnen Nederland op (fiets)vakantie gaan in plaats van het vliegtuig pakken.

Allemaal kleine opofferingen die ik (en veel andere mensen met mij) heel redelijk vind in het licht van onze impact op de wereld. Kleine dingen die niet in mijn eigen belang zijn maar in het belang van de wereld, de dieren, en de toekomstige mensen.

Soms praat ik met mensen die zich dat soort dingen niet kunnen voorstellen. We zijn zo gewend om te optimaliseren voor ons eigen comfort en wat wij denken dat ons gelukkig maakt. We worden daartoe gestimuleerd door andere mensen die laten zien hoe slim hun eigen keuzes zijn, en door organisaties als de Consumentenbond die laten zien hoe je een productaanschaf optimaliseert voor je eigen belangen. Je wordt ermee opgevoed om bij alles af te vragen wat de beste keuze voor jouzelf is.

In deze tijd hebben we het zo goed, dat deze optimalisatie nauwelijks nog relevant is. Ook bij 18 ºC woon ik nog steeds in een fijn, knus huis met een zacht bankstel, lekker eten op tafel, een computer met toegang tot alle kennis van de hele wereld, een tuin met vogels en bomen. Schone kleren, muziek om naar te luisteren, muziekinstrumenten om te bespelen. Wat heb ik nu nog te optimaliseren? En is dat wel moreel verantwoord?

Het grootste onbegrip wanneer ik over dit soort keuzes praat met mensen is dat fundamentele verschil: ik maak de keuze niet omdat die voor mijzelf beter is, want dat is hij niet en dat stel ik ook niet, maar omdat die beter is voor anderen om mij heen en na mij.

We hebben zelf de mogelijkheid om redelijke keuzes te maken. Jij ook!


donderdag 1 december 2016
Het pleidooi

Zeker kijken. Omdat het zo mooi is, heb ik het hieronder uitgeschreven:

Vijfentachtig. Toen ik een kind was, was het oorlog. De Tweede Wereldoorlog was van mijn zevende tot mijn dertiende jaar. En toen het voorbij was — toen ik student was, toen ik mijn dienstplicht vervulde, toen ik mijn eerste onderzoeksbaan kreeg — was Nederland, wat je noemde, in wederopbouw. De huizen werden hersteld. De kerken, de andere gebouwen. Maar vooral waren we de welvaartsstaat aan het bouwen. Dat wil zeggen: de AOW kwam tot stand, het ouderdomspensioen voor iedereen, en het ziekenfonds – de ziektewet, medische zorg voor iedereen. Dat gebeurde.

En in die tijd zat ik met mijn jonge gezin — we woonden in een single huis in Utrecht. Overal hingen touwtjes uit de brievenbussen. De kinderen konden gewoon de voordeuren opentrekken en bij elkaar binnen lopen. Volwassenen ook. We vertrouwden elkaar. En we zeiden: make love, not war.

En we hadden natuurlijk kritiek op de regering en we vonden dat er dingen anders moeten. Maar we wantrouwden ze niet. De regering had moreel gezag in die tijd. En nu is het 2016, en er zijn heel veel dingen veranderd. Laat me twee dingen noemen.

Ten eerste: de groei van de welvaartsstaat. Prachtig natuurlijk: we zijn welvarend geworden. Maar als nevenverschijnsel zijn we de aarde aan het verwoesten. We hebben een ongelofelijke plastic soep in drie oceanen teweeggebracht. Op vijf plekken in drie oceanen drijft een plastic massa ter grootte van duizenden vierkanten kilometers. En we hebben die oceanen ook nog voor meerdere vissoorten overbevist. En we hebben oerwouden gekapt, we hebben landbouwgronden verschraald, we hebben de biodiversiteit — dat wil zeggen de variëteit aan plant- en diersoorten sterk verminderd — heel veel diersoorten en plantensoorten zijn uitgestorven door menselijk ingrijpen.

En we hebben kans gezien de CO2-concentratie in de lucht hoger te maken dan die in miljoenen jaren is geweest. En toen dat zo lang geleden plaatsvond, was het ongeveer vijf graden warmer op aarde. Toen was het ‘s zomers dooi op antarctica, toen groeiden er palmbomen op Groenland, en toen was de zeespiegel meters en meters hoger. En dat gaat wéér gebeuren als we niet ophouden met olie, kolen en gas te verbranden en heel veel andere dingen te doen die heel best anders kunnen.

Het andere punt was ik wil aansnijden is het volgende. Er hangen geen touwtjes meer uit de brievenbussen. We vertrouwen elkaar niet meer. Een ondernemer zei pas tegen me: “Wat ik vroeger met een handdruk bekrachtigde, dat gaat nu met vijf contracten.” En een ander zei: “Als ik een brug nu moet bouwen, dan heb ik meer juristen nodig dan ingenieurs.” En de overheid vertrouwt ook de bevolking niet meer. Alles wordt dichtgeregeld. ALs de burgers zich maar keurig aan de regeltjes houden dan is het oké. Een eigen initiatief, een eigen verantwoordelijkheid nemen wordt helemaal niet meer op prijs gesteld. Lijsten invullen; als die kloppen dan is het in orde.

En de burgers vertrouwen ook de politiek niet meer. Als meneer Monasch uit het programma waaruit die is gekozen en de fractie waaruit die is gekozen stapt dan gaat hij niet weg, dan blijft hij zitten. Er zijn zes fracties in de Tweede Kamer — zes — van mensen die uit hun programma en uit hun fractie zijn gestapt en zijn blijven zitten. En wat denk je dat de bevolking daarvan vindt? Dan zegt de bevolking: “Zie je wel, de politiek is onbetrouwbaar.”

Kijk naar de verkiezing van Trump in Amerika. Trump heeft een schandalige, platvloerse campagne gevoerd. Hij heeft vrouwen beledigd. Hij heeft andere groepen beledigd. Mexicanen. Islamieten. Hij ontkent dat er een klimaatprobleem is, terwijl wetenschappers dat al twintig jaar weten. En terwijl er een jaar geleden in Parijs bijna tweehonderd landen dat hebben bevestigd, waarbij Amerika. “Nee, nee, nee,” zegt Trump, “er is geen klimaatprobleem”. Hij weet natuurlijk prima dat dat anders is, maar het komt hem politiek niet uit. Weg met de feiten, leve mijn politieke belang.

En waarom hebben de burgers dan toch op hem gestemd? Zien ze dat dat niet? Natuurlijk zien ze dat wel. Ze zien dat prima dat Trump onbetrouwbaar is. Waarom stemmen ze dan toch op hem? Ik denk omdat ze denken “Tja, de andere partij is ook niet betrouwbaar. Die heult met Wall Street en vertelt het ons niet. Ik vertrouw de politiek niet, nou, dan neem ik maar degene die mijn belang het beste dient.” Je hebt hetzelfde gezien met de “Brexit”. De politiek zei “Mensen, doe dat niet. Het is slecht voor het land. Het is slecht voor uzelf.” Maar de burger: “Ik vertrouw jullie niet. Dus ik stem vóór de Brexit”, in meerderheid.

Nu even terug naar het klimaatprobleem. Wat is nou eigenlijk het probleem? Is dat een technisch probleem? Kunnen we geen duurzame energie uit de zon opmaken? Mensen lief! We kunnen toch alles. We kunnen gaatjes graven op Mars. We kunnen een operatie doen via bloedvaten. We kunnen Internet bouwen. We kunnen ogen repareren met laserstralen. We kunnen bijna alles. Zouden we dan werkelijk niet uit die overvloed van zonne-energie een beetje elektriciteit kunnen maken? Simpel.

Is het dan een economisch probleem? Nauwelijks. Allerlei analyses laten zien: het schept heel veel werkgelegenheid. En alle analyses laten zien: als je het niet doet kost het later een veelvoud van wat het nu kost.

Wat is dan het probleem? Als het niet technisch is, en niet economisch is?

Het is natuurlijk politiek. Politiek en maatschappelijk. De politiek moet het oplossen, ja, maar de politiek kan het alleen oplossen met de samenleving in een vertrouwensdemocratie. Want dat hebben we. Een politiek gebaseerd op vertrouwen. Je kiest mensen om voor vier jaar te regeren. En als dat vertrouwen zo laag is geworden, dan is dat een groot, groot probleem. Hoe los je dat op?

Ik denk in de eerste plaats de politiek. Ik zeg tegen alle politici in Nederland en in het buitenland: mensen wees integer. Wees onkreukbaar. En vooral: draag uit dat je er bent om het publieke belang te dienen. Wat is het publieke belang? Het publieke belang is het belang van de toekomst, van de jeugd. Die hier zit. Het is het belang van de toekomst van een leefbare aarde voor de jeugd. Daarom, politici: doe dat. Laat zien dat je er bent voor het publieke belang. Je bent ervoor om de jeugd op een aarde te laten leven die zichzelf kan herstellen. En ook een toekomst waarin we elkaar weer kunnen vertrouwen.

Waarin de touwtjes weer uit de brievenbus hangen. Dankje, Matthijs.

woensdag 30 november 2016
Vergadering structuurvisie Wind op Zee

De inhoud is niet heel spannend. Wat me vooral opvalt is het aantal mensen dat (niet) aanwezig is!


Gas boren bij Schiermonnikoog: de logica

Sanne de Bruin, zaterdag 2 juli 2016

Er is al een tijd consternatie over mogelijke gasboringen bij Schiermonnikoog. Het valt me op bij deze berichtgeving, en bij berichtgeving over milieu- en klimaatzaken in het algemeen, hoe er geredeneerd wordt door de politiek, en dan met name minister Kamp. Daarom eens een artikel over de logica die bij de discussie over de gaswinning bij Schiermonnikoog gebruikt wordt.

Het begint allemaal hiermee: Cofely (nu Engie) heeft jaren geleden een vergunningsaanvraag gedaan om proefboringen te doen naar gas bij Schiermonnikoog, in een Natura2000-gebied. Minister Kamp geeft dit jaar toestemming, op het moment dat er een wet op de plank ligt die boren in natuurgebieden verbied. 1

De Tweede Kamer heeft in de nieuwe Mijnbouwwet al laten opnemen dat vergunningen mogen worden geweigerd als ze in natuurgebieden liggen. Maar minister Kamp heeft die wet nog niet ingevoerd. Volgende week spreekt de Kamer met Kamp over Schiermonnikoog.

De oppositie begrijpt niks van het besluit van Kamp, maar hij kan het uitleggen.

Minister Kamp kon de vergunning voor proefboringen naar gas bij Schiermonnikoog niet weigeren, zei hij vanmorgen voor aanvang van de ministerraad. De wettelijke procedure is drie jaar geleden begonnen. “Ik heb de procedure netjes gevolgd en op een gegeven moment moet je een besluit nemen.”

Kamp is alleen maar pragmatisch: op een gegeven moment moet je een besluit nemen. De politiek, de publieke opinie en de op de plank liggende Mijnbouwwet geven hem echter alle ruimte om een heel ander besluit te nemen. In weerwel daarvan doet hij het voorkomen alsof de context het hem onmogelijk maakte om te weigeren. Well played.

De mensen op Schiermonnikoog kunnen het besluit echter niet begrijpen.

Op Schiermonnikoog zijn ze woedend over het besluit van minister Henk Kamp om proefboringen naar aardgas toe te staan. “De wijze waarop dit er doorheen wordt gedrukt, dan kun je niet anders dan heel boos zijn”, zegt wethouder Jan Dijkstra.

Uiteraard is de natuurbeweging er ook niet blij mee.

Vogelbescherming Nederland vindt dit samen met de Waddenvereniging en Natuurmonumenten niet kunnen. Het is de zoveelste aantasting van het unieke kustlandschap en hoort niet in een Werelderfgoedgebied als de Waddenzee.

Natuurmonumenten verwoordt de verbazing.

“Dit heeft enorme effecten op natuur en landschap. En bovendien willen mensen dit helemaal niet, er is geen draagvlak voor deze proefboringen. Dat moeten we niet willen op deze manier.”

Minister Kamp blijft echter bij zijn punt.

Volgens Kamp kunnen de proefboringen op een veilige en verantwoorde manier worden gedaan, en zullen ze weinig overlast geven. “Ze vinden in de winter plaats, als er weinig toeristen zijn, en zullen ook niet lang duren.” (…) De minister benadrukt dat de proefboringen niet automatisch tot gaswinning leiden. “We gaan eerst zien of er gas is. Om te besluiten of dat ook echt gewonnen gaat worden, moet er een heel nieuwe procedure worden gestart.”

Dat laatste argument laat bij mij echt alle alarmbellen afgaan, net als bij Natuurmonumenten:

Voor het winnen van gas is uiteindelijk een aparte vergunning nodig. “Ik ben bang dat ze die uiteindelijk ook zullen krijgen”, vreest Jansen. “Dat bedrijf doet die boring vast niet alleen uit wetenschappelijke interesse. Als ze gas vinden, zullen ze het er ook wel uit willen halen. En als het grote geld regeert, dan ziet de overheid aan de strenge natuurwetgeving altijd wel een mouw te passen.”

Helaas is dit geen pessimistische blik: zo is het ook gegaan met de kolencentrales op de Maasvlakte. Die mochten er alleen komen onder de voorwaarde dat ze CO2 zouden afvangen in de toekomst. Nadien is de publieke opinie daartegen gekeerd, waarna de kolencentrales gewoon zonder CO2-afvang open mochten blijven. De investering was al gedaan en het bedrijfsleven mocht niet benadeeld worden.

De manier waarop Kamp met de mogelijke gaswinning op Schiermonnikoog omgaat, is kenmerkend voor hoe hij ook met andere milieuvraagstukken omgaat. Kamp neemt beslissingen met een beroep op procedures en wetgeving, zonder daarbij vrij te geven wat hij echt belangrijk vind. In dergelijke commentaren schemert het echter wel door:

Dat er veel mensen zijn die de boringen nog willen voorkomen, legt Kamp naast zich neer. “Elke keer als er een gasboring aan de orde is, zijn er mensen die zeggen: niet hier. Of het nou in Woerden of in Friesland of bij de Waddeneilanden is, ze zeggen altijd nee. En de optelsom van al die nee’s is niet aanvaardbaar.”

Op zich ben ik ontvankelijk voor dit argument. Mensen zijn nou eenmaal niet goed in het kiezen tussen twee kwaden: ze zullen protesteren tegen allebei en als we daaraan toegeven kan onze complexe maatschappij natuurlijk niet verder blijven draaien. Kamp zal daarom hoe dan ook een impopulaire beslissing moeten nemen, en het is alleen maar lovenswaardig dat hij dat doet. Althans, dat is het beeld dat hij van zichzelf schetst.

Maar een heel belangrijke discussie, die telkens opnieuw niet gevoerd wordt, is wat er dan precies onaanvaardbaar is en wat de alternatieve scenario’s zijn. Tussen welke kwaden kiezen we, en op basis van welke argumenten wordt de beslissing genomen? Hij gebruikt het argument dat “iemand toch de verantwoordelijke beslissing moet nemen”, maar hij gebruikt het met name om de status quo in stand te houden. Een ander argument dat hij vaak in combinatie hiermee gebruikt, is het argument dat de markt zekerheid moet hebben. Daarom moet de besluitvorming niet te lang duren en moet wetgeving niet gedurende een proces aangepast worden.

Als het echter gaat om de aanleg van windparken op zee, vindt hij het helemaal niet erg om eerder verleende vergunningen nietig te verklaren, na jaren en jaren van procedures gevolgd te hebben. Dit gebeurde in 2014, toen het kabinet een nieuwe visie op windenergie op zee publiceerde.

Het kabinet wijst drie gebieden aan op zee waar windmolens mogen worden neergezet. Daarmee is gekozen voor een klein aantal grote windparken, in plaats van meerdere kleine. Met het besluit vervallen eerder afgegeven vergunningen voor negen windparken op zee.

Een klein aantal grote in plaats van een groter aantal kleine windparken is volgens minister van Economische Zaken Henk Kamp en minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu goedkoper en levert minder horizonvervuiling op. De vergunningen die sommige bedrijven hadden voor de aanleg van een windpark op zee vervallen, omdat het oude plan duurder is dan de nieuwe aanpak.”

De bedrijven die hierdoor getroffen worden kunnen klagen wat ze willen, maar krijgen deze keer geen gehoor met dit argument.

Energiebedrijf Eneco liet vanochtend al weten teleurgesteld te zijn in de voornemens van Kamp. Het concern verklaarde tegenover De Financiële Telegraaf samen met zijn partners al voor “miljoenen aan voorbereidingen” te hebben getroffen. Het nieuwe plan zou “onrealistisch” zijn.

Ook nu heeft Kamp een hele goede verklaring voor zijn besluit: er moet beter gepland worden waar de windparken aangesloten gaan worden, om verrommeling te voorkomen en om te voorkomen dat er meer kosten worden gemaakt dan noodzakelijk. 2

Een dergelijke centrale-planningszucht vanuit de overheid hoort echter niet bij een VVD-er. Als het gaat om andere zaken, zoals de zorg of pakketbezorging, dan voelt de VVD er helemaal niks voor om zaken in één hand te houden en centraal te plannen. De markt kan dat prima zelf oplossen, is het credo (al heb ik daar zo mijn bedenkingen bij). Wat ik probeer duidelijk te maken, is dat Kamp twee tegenstrijdige argumenten gebruikt rondom hetzelfde thema, zoals het hem uitkomt. Daardoor vertroebelt hij de discussie.

De ene keer: de overheid moet betrouwbaar zijn en niet halverwege een proces de regels veranderen. Hij gaat het bedrijfsleven niet in de weg staan. De andere keer: de overheid moet ingrijpen, ondanks eerder afgegeven vergunningen, anders ontstaat er een suboptimale situatie. Het is typisch hoeveel de twee bovenstaande gevallen op elkaar lijken. Desalniettemin is het besluit van Kamp in de twee gevallen totaal anders.

Als ik het gechargeerd verwoord komt het volgens mij hier op neer: minister Kamp gelooft helemaal niet in de noodzaak van een transitie naar duurzame energie. Hij vindt dit gewoon absoluut niet belangrijk, maar het is niet kies om dat te zeggen. Daarom gebruikt hij argumenten die hij niet gelooft om goed te praten dat hij de transitie blokkeert, onder het mom van het nemen van zijn verantwoordelijkheid. Als het gaat om het boren naar gas, dan moet alles wijken: een Natura2000-gebied, de publieke opinie en zelfs aanstaande wetten die het verbieden. Als het gaat om het bouwen van windmolens, dan moet er absoluut langer nagedacht worden over hoe we dit nu het beste kunnen doen. En zo verstrijkt de tijd.

Door allebei de kanten van het argument te gebruiken lijkt minister Kamp altijd de redelijkheid zelve, zelfs als het gaat om duurzame energie. Echter, door zijn besluiten heeft hij de transitie tegengewerkt, een transitie die al jaren te laat komt en die inmiddels bij de rechter is afgedwongen door Urgenda. Het is zo jammer dat besluiten met zoveel gevolgen voor de toekomst van ons energiesysteem op deze manier onder de radar genomen worden door een “wijs en verantwoordelijk” staatsman. Het is in mijn ogen juist zeer onverantwoordelijk dat we de afgelopen paar jaar niet meer ons best gedaan hebben om substantieel meer groene energie op te wekken. Dat zou helemaal niet zo’n grote opgave geweest zijn, als politici zoals Henk Kamp hier echt achter gestaan hadden. In plaats daarvan heeft de minister zijn verantwoordelijkheid ingevuld met het toestaan van nieuwe kolencentrales en het vertragen van windparken op zee. En ik vrees dat ook de gaswinning bij Schiermonnikoog over een paar jaar een feit is.


  1. Bovendien is er inmiddels een motie aangenomen die voorkomt dat er naar gas geboord mag worden op Terschelling (http://nos.nl/artikel/2032110-kamer-wil-voorlopig-geen-gaswinning-bij-terschelling.html). ↩︎
  2. Ook dit is natuurlijk niet een onzin-argument. Het lijkt mij ook niet verstandig als er lukraak op zee gebouwd gaat worden, maar dit is ook niet echt hoe de situatie was. Ook de oude vergunning zijn uitgegeven volgens een plan, het is daarom flauw om het te karakteriseren als chaos. Het punt is dat hij het doel, duurzame energie, niet belangrijk genoeg vindt om geld aan uit te geven. Hij gebruikt hier juist het argument van “verantwoordelijkheid nemen” om het proces om te gooien en te vertragen. ↩︎

zaterdag 4 juni 2016
Eerder dan verwacht

NRC Next, vandaag:

Er zal de komende jaren meer wateroverlast volgen, verwacht Van der Ploeg. „We hebben te maken met extreme buien. Dat heeft alles te maken met klimaatverandering. De veranderingen gaan sneller dan wij vijftien jaar geleden hebben gedacht.”

[…]

Maar, zo blijkt uit de huidige extreme buien, “nu zijn we ingehaald”. Van der Ploeg: “We hebben te maken met piekbuien met een hevigheid en een duur die we pas in 2050 hadden verwacht. Je moet zeggen: 2050 is 2015 geworden.”

donderdag 2 juni 2016
Toename CO2-concentratie in 2015 het grootst

Het KNMI:

De wereld heeft in 2015 de sterkste groei in koolstofdioxide (CO2) sinds het begin van de metingen in 1959. Met 3 ppm (deeltjes CO2 per miljoen deeltjes lucht) was dit ruim 40 procent meer dan de gemiddelde groei van CO2 in de afgelopen 10 jaar. De recordgroei in 2015, met een uitzonderlijk hoge toename van 1 ppm extra, wordt veroorzaakt door een combinatie van de langjarige toename in CO2 door verbranding van fossiele brandstoffen en El Niño.

We zijn nog niet eens begonnen om onze CO2-uitstoot onder controle te krijgen. Nu was 2015 een uitzonderlijk jaar door de extra natuurlijk uitstoot in verband met El Niño, maar een deel komt ook door de natuurbranden die op hun beurt weer mede door de klimaatverandering veroorzaakt zijn.

Welkom in het nieuwe klimaat

NOS:

“Welkom in het nieuwe klimaat”, zegt NOS-weerman Gerrit Hiemstra. “Dit zijn voorbeelden van weersituaties die we waarschijnlijk in de toekomst vaker mee zullen maken.”

De schade door de aardbevingen in Groningen zijn peanuts in vergelijking met wat er nog komen gaat.

woensdag 11 mei 2016
Antarctische ijskappen verliezen veel sneller ijsmassa dan gedacht

KNMI:

Antarctische ijskappen verliezen veel sneller ijsmassa dan de IPCC voorspeld heeft. Dit kan er toe leiden dat de totale zeespiegelstijging in 2100 bijna twee keer zo groot is als in eerdere schattingen. Tot voor kort dachten wetenschappers namelijk dat de bijdrage van Antarctica aan de zeespiegelstijging in deze eeuw niet veel meer dan een decimeter zou bedragen.

Het komt eigenlijk nog steeds nooit voor dat klimaatwetenschap hun voorspellingen bijstellen in positieve zin. We zullen dus juist sneller moeten acteren dan klimaatwetenschappers zeggen.

Het eerder extreem genoemde Veerman-scenario is in deze context allang niet meer extreem te noemen. Het KNMI zal in antwoord op het nieuwe IPCC-rapport haar zeespiegelscenario’s tussentijds (in 2018/2019) bijstellen, want we kunnen niet langer uitsluiten dat ongeremde klimaatverandering tot onbeheersbare zeespiegelstijging zal leiden die de Nederlandse kustverdediging voor een onmogelijke opgave stelt.


Temperatuursontwikkeling in Nederland

Stan Janssen, dinsdag 1 maart 2016

Hoe veel is Nederland al opgewarmd? Het KNMI stelt een gehomogeniseerde temperatuurreeks voor Nederland beschikbaar, waarbij per maand de gemiddelde temperatuur is bepaald sinds 1906. “Ruw” ziet deze reeks er als volgt uit:

Temperatuur in Nederland sinds 1906

Uiteraard domineert de seizoensschommeling het beeld. De witte lijn geeft de gemiddelde temperatuur in dat jaar weer.

De jaargemiddelde temperatuur kan berekend worden uit het gemiddelde van de maandgemiddelde temperatuur. De jaargemiddelde temperatuur van de afgelopen 115 jaar fluctueert natuurlijk per jaar (alleen al vanwege het vroeg of laat kunnen vallen van de winters), maar een trend afleiden is wel goed mogelijk. Hiervoor gebruiken we de LOESS-methode 1.

30-jaars gemiddelde temperatuur in Nederland

De trend is hier heel duidelijk te zien. De jaargemiddelde temperatuur neemt sinds de jaren 80 bijna lineair toe met 0,35 graden per decennium. Op dit moment ligt de trendmatige temperatuur 1,8 graden hoger dan in 1900 (!). Bovendien valt te zien dat de uitschieters naar beneden in de afgelopen 10 jaar veel verder uitschieten dan de afwijkingen naar boven; als we de 10% meest extreme afwijkingen weglaten, dan zou de trendmatige temperatuur dus nóg hoger liggen, maar dat laat ik hier voor de volledigheid achterwege.

Als we alleen de trendlijn bekijken, is het beeld ronduit schokkend te noemen:

30-jaars gemiddelde temperatuur in Nederland


  1. In de LOESS-benadering wordt de verwachte waarde voor een bepaald jaar bepaald door de omliggende waarden gewogen te middelen, waarbij het gewicht van iedere sample afneemt naarmate het jaartal verder van het te schatten jaartal ligt. Deze methode stelt je in staat om op een verantwoorde manier de trend te bepalen, zonder eerst een functie te definiëren waar je de trend op probeert te “fitten” door de parameters van de functie te optimaliseren. ↩︎

Winter één van de zachtste in ruim 300 jaar

KNMI:

Met gemiddeld 6,3 graden in De Bilt tegen 3,4 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981-2010) komt de winter van 2016 op de tweede plaats van de zachtste winters sinds 1706. Alleen de winter van 2007 was met 6,5 graden nog iets zachter. Vooral december was onvoorstelbaar zacht. Het maandgemiddelde (9.6 graden) lag zelfs meer dan twee graden boven het vorige decemberrecord (7,3 graden in 1974).

Op sommige dagen was het zeker tien graden warmer dan normaal. In december kwam de temperatuur in De Bilt op geen enkele dag onder nul. Een volledig vorstvrije december was niet eerder voorgekomen.

zaterdag 20 februari 2016
Beleef de lente

Puur genieten, de webcams van de vogelbescherming.

dinsdag 9 februari 2016
Too weak to do anything

Meer over de eisen aan nieuwe vliegtuigen in de New York Times:

The standards would require an average 4 percent reduction in fuel consumption during the cruise phase of flight starting in 2028 when compared with planes delivered in 2015. However, planes burn the most fuel during takeoffs and landings, while cruising at high altitudes is already the most fuel-efficient period.

Deze nieuwe wetgeving — nog los van eventuele naleving en werkelijk effect — gaat niet veel opleveren.

Vliegtuigen worden milieuvriendelijker

In de overeenkomst staat dat nieuwe vliegtuigmodellen vanaf 2020 moeten voldoen aan de normen. Voor bestaande modellen is dat 2023. Vijf jaar daarna mogen er geen vliegtuigen meer worden gebouwd die niet aan de strenge eisen voldoen.

[…]

Het is de eerste keer dat er bindende regels voor de uitstoot van vliegtuigen worden vastgelegd. Als ze ingaan, zal de uitstoot van broeikasgassen tussen 2020 en 2040 volgens de VS met 650 miljoen ton afnemen.

Laten we hopen dat dit niet de enige maatregel tegen uitstoot door de luchtvaart is. En overigens: triest dat dit de eerste keer is dat er bindende regels voor uitstoot van vliegtuigen komen.

vrijdag 30 oktober 2015
Onduidelijkheid

Na het besluit over de nieuwe emissienormen voor motorvoertuigen, is ook dit bericht uit de Nederlandse politiek nog een prima voorbeeld van het aanpassen van de milieuregels aan de auto(rijder), in plaats van andersom.

Als het aan de regeringspartijen VVD en PvdA ligt mogen automobilisten op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht op den duur overal 130 kilometer per uur rijden. Nu zijn op dat traject uiteenlopende snelheden en voor veel mensen is dat verwarrend.

De VVD (en blijkbaar ook de PvdA) heeft een nieuw argument gevonden om milieuwetgeving te kunnen versoepelen. De toegestane snelheid op de A2 is op sommige plaatsen 100 km/u vanwege de NOx-uitstoot; bij 130 km/u is er ongeveer 40% meer uitstoot (Milieudefensie). Dit is erg verwarrend voor de automobilist, en er zijn daarom veel inkomsten binnengehaald via de boetes van de trajectcontrole. Allemaal onschuldige burgers die de dupe zijn van deze verwarring.

We hadden natuurlijk ook de snelheid over dat stuk A2 in zijn geheel 100 km/u kunnen maken. Dan zijn zowel de verwarring als de slechte luchtkwaliteit opgelost! Maar dat was nou net niet de bedoeling.

VVD-Kamerlid Visser vindt de huidige limiet van 100 op delen van de weg onzin. Ze noemt het “zonder twijfel de grootste ergernis van iedere automobilist”. Ze wil dat de A2 in stappen overgaat naar 130.

Ik erger me ook altijd groen en geel aan dingen die ik niet weet!

Mensen vinden het gewoon heel lastig als ze beperkt worden in hun mogelijkheden, vooral als dit opgelegd wordt door iemand anders. Het liefst zouden we vrijblijvend overal 200 km/u crossen als we daar verdomme zin in hebben. Het lost echter niks op om aan deze impuls toe te geven; het gaat om het bestaan van het concept maximumsnelheid, niet de hoogte ervan.

De gemeenten langs de A2 zijn verbolgen over de plannen. Logisch, want de gezondheid van de burgers die er wonen staat op het spel.

De gemeente Stichtse Vecht die naast de A2 ligt, snapt niets van het plan van de coalitie. “Het is geen goed nieuws. Ik begrijp niet waarom dit op het moment speelt. De rechtbank in Utrecht moet zich nog buigen over het plan om ‘s avonds en ‘s nachts 130 te rijden en nu ligt er alweer een volgend voorstel,” zegt wethouder De Groene (D66).

(…)

Hij geeft toe dat het wegverkeer in de Randstad voor de economie belangrijk is, maar wijst erop dat een goede leefomgeving voor dorpen en steden langs de snelweg nog belangrijker is.

Laten we voor de gein gewoon nog eens bekijken hoe belangrijk het is voor de economie dat er op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht 130 gereden mag worden. Dit stuk weg beslaat ongeveer 40 km. Met een gemiddelde snelheid van 100 km/u doe je hier 24 minuten over. Met een gemiddelde snelheid van 130 km/u kost het je slechts 18,5 minuut; 330 hele secondes winst! Als je niet in de file staat tenminste.

Europese Unie buigt voor auto-industrie

Jammer maar voorspelbaar: de Europese regeringsleiders hebben het niet voor elkaar gekregen streng op te treden tegen de auto-industrie, omdat nieuwe auto’s helemaal niet aan de normen voldoen. In plaats daarvan zijn gewoon de normen aangepast aan de status quo.

Member states were deeply divided before the five hour meeting started. Among those calling for more latitude for the car industry, the German government said: “The diesel engine should be preserved as a powertrain option on the mass market.” Germany also said controls on enforcement of legal limits needed to be pragmatic.

Ik laat me maar even niet uit over het argument dat het handhaven van wettelijke limieten pragmatisch moeten zijn. Pragmatisme is geen vrijbrief om altijd maar de status quo te gedogen.

Wat me opvalt aan de discussie is het volgende: whatever happened to the government not picking winners? Een argument dat vaak gebruikt wordt tegen subsidies voor specifieke duurzame technieken, is dat de overheid niet moet gaan bepalen welke technieken straks (economisch) succesvol zijn. “De markt” zou hier beter in zijn en beter voldoen aan de wensen van de burger. Daarom zou de overheid de steun aan duurzame energie via een algemene definitie moeten opzetten. Dit is één van de redenen waarom de SDE+ subsidie is zoals hij is: de meest competitieve duurzame energie krijgt als eerste subsidie (let wel: dit gaat om prijs per eenheid energie, niet om uitstoot per eenheid energie).

De Europese regeringsleiders hebben echter offensichtlich geen schroom om dit argument volledig te vergeten als het gaat om het beschermen van bestaande, vervuilende techniek. Hoezo zou de dieselmotor moeten blijven bestaan? Dit soort normen, die niet op een bepaalde techniek gericht zijn, maar op de uitstoot ervan, zijn precies wat een overheid volgens het not-picking-winners-principe zou moeten doen. Vervoer moet minder uitstoten en dus leggen we dat vast in een norm; de markt moet maar uitzoeken hoe ze hun auto’s dan gaan aandrijven.

Het lijkt erop dat regeringsleiders deze argumenten alleen durven gebruiken als het gaat om nieuwe technieken, die nog geen gevestigd economisch belang vertegenwoordigen. Zodra de redenering betrekking heeft op een gevestigde industriële sector, is de angst voor economische repercussies te sterk om aan de theorie vast te houden. Gelukkig kan men dan altijd nog terugvallen op het argument dat een overheid zich sowieso niet moet bemoeien met de markt.

maandag 26 oktober 2015
Autolanden proberen strenge eisen te vermijden

Over nieuwe uitstoottests:

Nu mag een dieselauto maximaal 80 milligram stikstofoxide per kilometer uitstoten. Maar uit testen blijkt dat die grens vaak ruimschoots wordt overschreden, soms met 300 procent.

Als het aan de commissie ligt, mogen dieselauto’s vanaf september 2017 de norm nog maar met maximaal 60 procent overschrijden. Vanaf 2019 zelfs maar met 20 procent.

Maar dat stuit op veel verzet. Niet alleen Duitsland, maar ook andere landen waar veel auto’s geproduceerd worden, vinden het plan te streng en onrealistisch. Het is volgens hen niet mogelijk om diesels op zo’n korte termijn schoner te maken.

Dat autofabrikanten zo reageren geeft dus aan dat de auto’s alleen in de testomstandigheden aan de geldende normen voldoen. Of dat nu softwarematig is afgeregeld of door de niet-representatieve testomstandigheden komt maakt dan niet uit.

Regels zijn regels: als autofabrikanten geen modellen kunnen produceren die aan de geldende eisen voldoen, moeten ze geen auto’s produceren.

donderdag 8 oktober 2015
Afgesproken energiedoelen worden niet gehaald

De NOS over een ECN-rapport dat binnenkort uitkomt:

Veertig partijen spraken in 2013 met elkaar af dat in 2020 het aandeel duurzame energie op 14 procent uit moest komen. Maar volgens de jongste beramingen blijft dat percentage steken op 11,9 procent. Dat zou komen door de lange en ingewikkelde procedures voor de bouw van windmolens op land en de aanleg van warmtenetten.

donderdag 27 augustus 2015
Dit is de werking van de markt

In de eerste 5 maanden van dit jaar hebben de Nederlandse elektriciteitscentrales eenderde meer kolen verbruikt dan dezelfde periode vorig jaar.

Minister Kamp had niet anders verwacht:

Hij onderschrijft dat er minder kolen moeten worden gebruikt om de klimaatdoelen te halen. “Maar dit is de werking van de markt. Als de prijs van kolen laag is, worden er veel kolen gebruikt.”

We weten hoe de markt werkt. Waarom vertrouwen we er dan toch op dat de markt vanzelf fossiele energiebronnen zoals kolen uit zal faseren?

woensdag 12 augustus 2015
Toeristen storen zich niet aan windturbines op zee

Artikel in de volkskrant:

Duitse toeristen die Nederlandse stranden bezoeken, laten zich niet tegenhouden door windmolens. Voor 20 procent van de Duitse strandtoeristen zijn in de verte zichtbare windmolens juist reden om de kust vaker te bezoeken. 16 procent verwacht minder vaak te gaan, en de overige 64 procent maakt het niets uit.

Nog een drogreden om toe te voegen aan het lijstje van redenen om geen klimaatbeleid te voeren.

Nog een interessant detail:

De angst voor zesduizend verloren banen was volgens onderzoeker Jaap Bovens van Buck Consultancy onjuist. ‘Dat aantal is een beetje geshopt uit de resultaten’, zei hij eerder tegen de Volkskrant. Volgens zijn rapport ging het om de helft, en alleen als mensen daadwerkelijk zouden wegblijven. Die banen zouden er weer bijkomen in kustplaatsen waar (nog) geen windmolens te zien zijn.

PvdA tegen meer gaswinning Noordzee

Minister Kamp stelt voor om meer gas te winnen in de Noordzee, om te compenseren voor de vermindering van de gaswinning in Groningen. We moeten toch ergens ons gas vandaan halen, en liever niet van Poetin. De PvdA is tegen:

Coalitiepartij PvdA is tegen de wens van het kabinet om de komende jaren meer gas te winnen uit de Noordzee. Volgens PvdA-Kamerlid Vos wil zijn fractie juist van de fossiele brandstoffen af omdat ze duur zijn en slecht voor het ecosysteem.

Ja en ja. Gas is duurder dan kolen voor elektriciteit en de verbranding van gas voor warmte is slechter voor het ecosysteem dan duurzame bronnen (daargelaten dat er geen goede één op één vervanging voor gas is). Maar we kunnen nu eenmaal niet alles hebben: als het kostenargument de boventoon voert betekent “tegen” gas uit de Noordzee in dezen “voor” kolen uit de VS. Als het milieuargument leidend is moet de PvdA “voor” warmtenetten, elektrisch verwarmen en koken (in combinatie met duurzame opwek) en/of na-isolatie van bestaande huizen zijn. Maar al die opties zijn duurder dan de zaken houden bij het oude, en dan zijn we weer terug bij af, omdat een van de redenen om van gas af te komen was omdat het te duur is.

We moeten daadwerkelijk afwegingen gaan maken, niet bij elk voorstel andere argumenten gebruiken om de moeilijke keuze maar uit te stellen. Geen verwarming is ook goedkoper dan verwarming op gas, maar ik geloof niet dat dat een maatschappelijk acceptabele oplossing is voor het probleem. Wachten op de ideale oplossing is nooit een succesvolle strategie; het is een slap excuus voor nietsdoen.

Het Kamerlid noemt gas “iets uit het verleden”.

Was het maar waar.

maandag 27 juli 2015
It's a challenge to deliver enough oil and gas for 2ºC

Statoil:

In the debate, Statoil’s Chief Economist Wærness draws on the company’s Energy Perspectives 2015 report, published in June, to argue that the world can limit global warming to 2 degrees Celsius. “We think it’s possible,” he says. This is a world with about half of today’s coal use, but similar oil and gas demand (less oil, more gas). “It’s a huge challenge to deliver enough oil and gas in the two degrees scenario,” Wærness argues.

donderdag 23 juli 2015
Shell mag olie winnen in Alaska

In het licht van de vorige post is dit ontnuchterend nieuws.

Oliemaatschappij Shell heeft de laatste twee vergunningen gekregen voor het boren in het noordpoolgebied bij Alaska. De Amerikaanse overheid gaf toestemming, maar stelde wel als voorwaarde dat Shell een nooduitrusting aan boord heeft. Op die manier kan er beter gehandeld worden bij een eventuele lekkage.

De voorwaarde is een tegenvaller voor Shell, want twee weken geleden ontdekte de Brits-Nederlandse oliemaatschappij dat een geleasede ijsbreker beschadigd is. In dat schip zit de benodigde nooduitrusting.

De ijsbreker is naar Portland gestuurd voor reparatie. De vertraging kan weken duren.

Shell mag in Alaska in een tot nu toe ongerept natuurgebied gaan boren naar olie die we toch niet zouden mogen gebruiken in het licht van het klimaatprobleem. Wat is de Amerikaanse overheid toch streng voor Shell, dat ze weken moeten wachten voor ze kunnen beginnen aan deze onzinnige operatie.

Sinds het begin van de klimaatonderhandelingen in 1990 lijkt er nog steeds, 25 jaar na dato, niets veranderd. Wanneer zegt een overheid nu eens nee, in plaats van loze beloftes te vragen over “veiligheid”. Shell kan de veiligheid helemaal niet garanderen; niet in het geval van een lekkage en zeker niet in het geval dat de olie gewoon gewonnen en verbrand wordt, en bijdraagt aan gevaarlijke klimaatverandering. Dat kunnen we met zekerheid zeggen, dus vraag dan ook die garantie niet en verbied het gewoon. De Amerikaanse overheid heeft die macht, maar is te laf om hem te gebruiken.

dinsdag 21 juli 2015
Starting Again on Energy Union Governance

In Europa blijft het lastig om deelstaten te binden aan bepaalde doelen.

Jonathan Gaventa en Quentin Genard:

This is not ‘governance’ in the conventional sense of putting in place institutional and legal arrangements to manage outcomes. The proposals are closer to a statistical exercise: a useful task perhaps, but far from the “reliable and transparent governance system” that EU heads of government called for at the March EU Council. The key question must be: as a result of this exercise, would anyone do anything different to what they would do otherwise?

In ieder geval krijgen we binnenkort misschien een helder overzicht van waar ieder land staat met zijn energiebeleid.

Induced Implosion of the Carbon Industry

The Guardian:

An “induced implosion” of the fossil fuel industry must take place for there to be any chance of avoiding dangerous global warming, according to one of the world’s most influential climate scientists.

Professor Hans Joachim Schellnhuber, an adviser to the German government and Pope Francis, said on Friday: “In the end it is a moral decision. Do you want to be part of the generation that screwed up the planet for the next 1,000 years? I don’t think we should make that decision.”

De transitie moet inderdaad een heel bewuste keuze zijn, want de bestaande regimes zullen die eerst fors tegenwerken. Ik denk dat dit de definiërende keuze is waar onze generatie voor staat, en dat wij de definiërende generatie zijn voor de toekomstige levensvatbaarheid van onze planeet.

Ik denk zelfs dat, omdat de ‘carbon economy’ niet snel genoeg zal imploderen, de ‘consumption economy’ eerst flink omlaag moet. Juist de consument mag niet op zijn handen zitten en afwachten tot de grotere spelers veranderen.

donderdag 16 juli 2015
Trouw: veel verder terug met uitstoot broeikasgas

Tekenend voor onze omgang met het klimaatprobleem is dat we moeizaam bereikte consensus over het minimum gaan zien als de “ambitieuze” doelstelling. Doordat het klimaatprobleem meerdere lagen kent (duurzame energie → CO2-uitstoot → opwarming → klimaatveiligheid), zijn er meerdere lagen waarbij dit gevaar optreedt.

25% is de ondergrens van de 25-40% reductie die 50% kans geeft op een opwarming van 2 graden of minder, wat op zichzelf weer een kans van 60% geeft dat het klimaat niet destructief verandert. Die 50% kans op het falen van het klimaat zou natuurlijk niet onze doelstelling moeten zijn.

Kelly Rigg en Steve Sawyer:

Wie de uitspraak goed leest, ziet dat 25 procent het absolute minimum is binnen de bandbreedte van 25 tot 40 procent die een fiftyfifty kans geeft om niet over de gevaarlijke grens van 2 graden opwarming te gaan. Geen weldenkend mens zou zich bij zo’n risico comfortabel voelen. Niemand stapt toch in een vliegtuig dat 50 procent kans heeft neer te storten?

Gratis rechten in ruil voor strengere regels

James Crisp voor Euractiv over het naar buiten gebrachte voorstel van de EC voor aanscherping van de emissiehandel:

Energy intensive industries will continue to receive free carbon emissions allowances, as compensation for the EU’s stricter climate rules, under planned reforms to the EU’s Emissions Trading System (ETS), but fewer will be granted. […]

About 50 sectors, including all the major industrial ones, will continue to receive free allowances from 2021, the next ETS trading period, because of the risk of carbon leakage.

Nog steeds heeft de industrie ongeveer niets hoeven te betalen voor de CO2-rechten die ze verbruiken, en dat gaat voorlopig nog even door.

Dit soort redenaties zijn bijzonder interessant sinds de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak: daarin werd de angst voor carbon leakage als ongegrond én irrelevant beschouwd tegenover het gevaar van klimaatverandering.

Brussel scherpt regels CO2-handel aan

Men wil ná 2020 de uitgegeven rechten per jaar met 2,2 procent laten afnemen in plaats van de huidige 1,74 procent.

Voor D66-Europarlementariër Gerben Jan Gerbrandy had de commissie wel wat ambitieuzer gemogen. “De huidige CO2-markt is nog altijd te zwak om de Europese klimaatdoelstelling in 2030 te behalen.” Hij is zeer teleurgesteld dat elektriciteitscentrales in Oost-Europa hun uitzonderingspositie houden.

Collega-parlementariër Cora van Nieuwenhuizen (VVD) noemt de herziening goed “zolang die onze energie-intensieve industrie niet over de grens jaagt”. GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout vindt dat de commissie “haar oren te veel te luisteren legt bij de gevestigde industriële orde en verliest daarbij de consumenten en de strijd tegen klimaatverandering uit het oog”.

De VVD verschuilt zich qua klimaatbeleid altijd achter het ETS, maar zodra er dreigt dat deze de economie tóch zou kunnen raken, mag het wel weer wat minder.

zaterdag 4 juli 2015
September

Over het al dan niet in beroep gaan tegen de uitspraak in de klimaatzaak:

Omdat de Partij voor de Dieren het onacceptabel vindt dat de volksvertegenwoordiging hier geen stem in zou hebben, heeft Esther Ouwehand erop aangedrongen dat de regering pas een definitief besluit neemt nadat de Kamer zich heeft kunnen uitspreken. Dat gebeurt nu half september. Minister Kamp (Economische Zaken) zegde dit donderdag toe aan de Partij voor de Dieren, die bijval kreeg van GroenLinks, D66 en PvdA.

vrijdag 3 juli 2015
NPO interviewt Janneke Burger en Sjirk Kuijper over klimaatzaak

Dit interview (12 minuten) is interessant om helemaal te luisteren. Beide voorstanders van de uitspraak, waarbij Burger zich zorgen maakt dat dit via de rechter moet gaan en dat de politiek of de burger dit niet al uit zichzelf doet. Kuijper plaatst de uitspraak in het licht van de politieke wisselingen van de afgelopen vijf jaar.